e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
razen en tieren ronddassen: rònd dəssə (Loksbergen), rondvliegen: rònd vlīēgə (Loksbergen) luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] III-1-4
razend van woede blauwer zijn: bloowər zén (Loksbergen), horendol: haorədul (Loksbergen), raastig: roostəg (Loksbergen) razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] III-1-4
rechtop fiks: fiks (Loksbergen) rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)] III-4-4
rechtopstaande wissen steekwissen: stē̜kwesǝ (Loksbergen) De wissen die het geraamte van het opstaande gedeelte van de mand vormen. [N 40, 50; monogr.] II-12
rechtopzetten van opstaande wissen rechtzetten: rɛx˲zętǝ (Loksbergen) Het rechtop zetten van de ingestoken en omgebogen wissen. Zie ook afb. 275. [N 40, 55] II-12
rechtvaardig rechtuit: rècht əət (Loksbergen), rechtvaardig: rechtvijdig (Loksbergen) handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)] || Rechtvaardig. [ZND 06 (1924)] III-1-4
reeks, rij resem: rijsəm (Loksbergen), rij: rēͅə (Loksbergen), rij (Loksbergen) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] || rij [ZND 19A (1936)], [ZND m] III-4-4
regen (alg.) regen: rēͅgəl (Loksbergen, ... ) regen [ZND m] III-4-4
regenen (alg.) regenen: rēͅgələ (Loksbergen) regenen [ZND m] III-4-4
regenpijp buis: bø̜js (Loksbergen) De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.] II-9