e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biecht biecht: bicht (Loksbergen) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biecht horen biecht horen: bicht hūūrə (Loksbergen) Biecht horen door de priester. [N 96D (1989)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): bichtə (Loksbergen), te biechte gaan: we goan te biechte (Loksbergen) Biechten, te biecht gaan, biecht spreken [zich biechte]. [N 96D (1989)] || We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: bichtstoel (Loksbergen) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biechttijd biechtmogelijkheid: bichtmuigələkhéét (Loksbergen) Biechttijd(en), gelegenheid tot biechten. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtvader biechtvader: bichtvóódər (Loksbergen) De biechtvader [biechvadder]. [N 96D (1989)] III-3-3
bieden bieden: biejen (Loksbergen), biə (Loksbergen), bīə (Loksbergen) bieden [RND], [ZND 21 (1936)], [ZND m] III-3-1
bier bier: bīēr (Loksbergen), verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) ook ZND 22 vr. 27a  bier (Loksbergen), bīr (Loksbergen) bier [RND], [ZND 06 (1924)] III-2-3
biestmelk biestmelk: bismɛlǝk (Loksbergen) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
biggen spenen spenen: spiǝnǝ (Loksbergen) Biggen van de zeug afzetten. [N 76, 43; N 19, 16; N 19, 15 add.] I-12