21480 |
speelplaats |
koer (<fr.):
kŏĕr (P047p Loksbergen),
speelplek:
spijlplèk (P047p Loksbergen)
|
de plaats voor of bij de school waar de leerlingen voor of na de schooltijd en tijdens de pauzes verblijven [cour, speelplaats] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19339 |
speels |
wroetelen:
vrūūtələ (P047p Loksbergen)
|
geneigd tot spelen, tot rondspringen [dartel, speels, ondeugend] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34114 |
speen van de koe |
deem:
dø̜m (P047p Loksbergen)
|
[N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.]
I-11
|
20630 |
spek |
spek:
spɛk (P047p Loksbergen, ...
P047p Loksbergen)
|
spek [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
22841 |
spel (alg.) |
spel:
e spEl (P047p Loksbergen)
|
spel [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
18390 |
speld |
kopspelde:
kopspɛl (P047p Loksbergen),
spelde:
spęl (P047p Loksbergen),
spɛl (P047p Loksbergen)
|
Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.]
II-7
|
28884 |
speldenkussen |
kopspeldenkussen:
kopspɛlǝkøsǝ (P047p Loksbergen)
|
Kussentje waarop men de spelden en naalden steekt. De informant van Q 198 merkt op dat hij de naalden op zijn vest (kamizool) of op een stukje stof aan de muur speldde. Zie afb. 11. [N 59, 13a; N 62 68; L 45, 19; Gi 1.IV, 64; MW; monogr]
II-7
|
22383 |
spelen (alg.) |
spelen:
speehle (P047p Loksbergen)
|
spelen [GTRP (1980-1995)]
III-3-2
|
20165 |
spenen |
spenen:
spēnǝ (P047p Loksbergen)
|
Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59]
I-9
|
17719 |
sperma |
schietsel:
schiĕtsəl (P047p Loksbergen),
smodder:
smodəR (P047p Loksbergen),
zaad:
zood (P047p Loksbergen),
zowət (P047p Loksbergen)
|
Sperma: het mannelijk zaad (foeter, natuur, sperma). [N 84 (1981)] || Sperma: het mannelijke zaad (zaad, natuur, sperma, wieks) [N 106 (2001)]
III-1-1
|