e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
splitshoorn hoorn: hawrǝ (Loksbergen) Voorwerp waarmee men twee touwen aan hun uiteinden te zamen vlecht. [N 48, 113b] II-7
splitsing van de stam mik: mik (Loksbergen) Het deel van de boom waar de stam zich in tweeën splitst (gaffel, mik, vork). [N 82 (1981)] III-4-3
spoorweg ijzerweg: ééjəzərwèg (Loksbergen) een weg met rails waarover men wagens die mechanisch voortbewogen worden, laat lopen voor het vervoer van personen en goederen [spoorweg, route, ijzerenweg] [N 90 (1982)] III-3-1
sporen van de haan sporen: spōr (Loksbergen) Doornachtige hoornuitwas van de poten van de haan. [N 6, 3; L 7, 27b; monogr.] I-12
sporten sproten: sprōtǝ (Loksbergen) De scheien die de ladderbomen met elkaar verbinden. [JG 1a, JG 1b] I-13
spotten de zot houden: də zòt hòwə (Loksbergen), zeveren: zīējəvərə (Loksbergen) de spot drijven met [spotten, spreeuwen, truten, zwanzen] [N 85 (1981)] || zich met belachelijk makende of oneerbiedige scherts [grappen] uiten [spreeuwen, spotten, truten, zwanzen, lollen, leuren] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
spreeuw spreeuw: spriəf (Loksbergen) spreeuw [ZND 07 (1924)] III-4-1
sprenkelen sprinkelen: sprinkələ (Loksbergen) druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)] III-4-4
sprenkelen met de wijwaterkwast sprenkelen: sprinkələ (Loksbergen) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3
springstier springstier: spreŋstīr (Loksbergen) [JG 1a, 1b; add. uit N 3A, 15] I-11