e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tollen zot draaien: zotdrowe (Loksbergen) Tollen: draaien als een tol (trijzelen, tollen, kokkerellen, (rond)draaien) [N 108 (2001)] III-1-2
tomaat tomaat: təmatə (Loksbergen) tomaten (pl) [Goossens 1b (1960)] I-7
toneelspel komedie: kəmeͅidə (Loksbergen) Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2
tonen laten zien: loate zien (Loksbergen) Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)] III-1-1
tong tong: zen tong es engeloawe (Loksbergen) Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)] III-1-1
tong van een schoen lip: lip (Loksbergen), tong: tòng (Loksbergen) een strookje leer tussen de kleppen van een schoen (tong, lipje) [N 86 (1981)] III-1-3
toonbank toog: tōēg (Loksbergen) de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] III-3-1
torenhaan t hantje van dn taore?].: hoon (Loksbergen), windhoon (Loksbergen) De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)] III-3-3
torenspits torenspits: taurespits (Loksbergen) De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)] III-3-3
torenuurwerk kerkuur: kerekuur (Loksbergen), uur: uur (Loksbergen) De wijzerplaat van de torenklok. [N 96A (1989)] || Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)] III-3-3