19978 |
blaffen |
bassen:
basə (P047p Loksbergen),
basən (P047p Loksbergen),
bàssə (P047p Loksbergen)
|
blaffen [Goossens 1b (1960)] || Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een hond (blaffen, bassen, bletsen, basten) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
34405 |
blaten |
blaten:
blātǝ (P047p Loksbergen)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.]
I-12
|
24122 |
blauwe reiger, reiger |
reiger:
rēͅəgər (P047p Loksbergen)
|
reiger [ZND m]
III-4-1
|
24390 |
blauwe vleesvlieg, bromvlieg |
dol:
dòl (P047p Loksbergen)
|
Hoe noemt u een grote, dikke vlieg, donkerblauw glanzend, die eieren legt in geslacht vlees (dal) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
17691 |
blazen |
blazen:
blaozə (P047p Loksbergen)
|
Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
17986 |
bleek |
bleek:
bliək (P047p Loksbergen),
blīēk (P047p Loksbergen),
hem is zoe bliek (P047p Loksbergen)
|
bleek [ZND m] || Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] || hij is zo bleek [ZND 21 (1936)]
III-1-2
|
29824 |
bleke steen |
weke steen:
wī̄kǝ stī̄jǝn (P047p Loksbergen)
|
Metselsteen die onvoldoende doorbakken is. [N 98, 165; S 37; monogr.; N 30 add.]
II-8
|
32485 |
blekijzer |
ontschorser:
ǫntsxørsǝr (P047p Loksbergen),
wissenschiller:
wesǝsxęlǝr (P047p Loksbergen)
|
Gereedschap waarmee men de wissen blekt. Meestal is dit een ijzeren klem die op een zwaar stuk hout bevestigd is. Zie ook afb. 263. Soms wordt ook een gespleten stok gebruikt die in de grond gestoken wordt. Dit laatste is het geval in Stramproy (L 318). In Zonhoven (Q 1) gebruikt men een dikke eiken stok als kliever en in Diepenbeek (Q 71) heeft men daarvoor twee ijzers in een V-vorm. [N 40, 24; N 40, 27; N 40, 30; monogr.]
II-12
|
32486 |
blekmachine |
ontschorser:
ǫntsxøsǝr (P047p Loksbergen)
|
Machine waarmee de wissen ontschorst worden. Zie ook afb. 264. [N 40, 30]
II-12
|
19344 |
blij |
blij:
blēə (P047p Loksbergen)
|
blij [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|