e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vallen vallen: valə (Loksbergen), [~an]  vallen (Loksbergen) vallen [ZND m] III-1-2
vals spel broddel: brodel (Loksbergen) Oneerlijk spel, het valsspelen [hernij, aarzak, haarzakkerij, aaszakkerij]. [N 88 (1982)] III-3-2
vals spelen brodden: brodele (Loksbergen), haarzakken: hoorzake (Loksbergen) Vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
valse plooi valse plooi: (mv)  valsǝ plūwǝ (Loksbergen) Valse plooi of vouw, die er niet hoort. [N 62, 48; MW] II-7
valsspeler haarzakker: hoorzakker (Loksbergen) Iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak]. [N 88 (1982)] III-3-2
van de duivel bezeten bezeten: bəziejətə (Loksbergen) Van de duivel bezeten [mit der duvel bezaese]. [N 96D (1989)] III-3-3
van hoge afkomst van hoge afkomst: van hōēge afkomst (Loksbergen) van hoge afkomst; hij is - - - [ZND 19 (1936)] III-2-2
van katoen geven buzze geven: bəzə gijəvə (Loksbergen), zijn kloten afdrogen: zən klŏĕwətə àfdròwə (Loksbergen) alle kracht inspannen om iets op tijd klaar te hebben [lament geven, buzze geven, kemp geven, draad geven, kletsoor geven] [N 85 (1981)] III-1-4
van veren wisselen ruiven: rø̜̄vǝ (Loksbergen), rø̜i̯vǝ (Loksbergen) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vanzelfsprekend zeker: dàs zijkər (Loksbergen) vanzelfsprekend, natuurlijk [ralik] [N 85 (1981)] III-1-4