21666 |
verschuldigd zijn |
moeten:
mòitə (P047p Loksbergen)
|
verplicht te betalen [schuldig (zijn), plichtig zijn, gelden] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22434 |
versieren (met bloemen) |
sieren:
siere (P047p Loksbergen),
siers (P047p Loksbergen)
|
Het versieren van de straten op de dag(en) vóór de processie [tsere]. [N 96C (1989)] || Met bloemen versieren (bijv. iemands huis of stoel) bij een feest [pelen, braaien, meien, paleren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18242 |
versiersel |
tralala:
trálálá (P047p Loksbergen)
|
voorwerpen die tot versiering dienen (sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi) [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18226 |
versleten |
sleten:
sleͅtə (P047p Loksbergen),
verhandvold:
vərmamfəlt (P047p Loksbergen),
versleten:
vərsleitə (P047p Loksbergen),
vərslijtə (P047p Loksbergen)
|
door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk (versleten, sleets, schabbig, kaal) [N 86 (1981)] || versleten [ZND m] || Versleten. Door lang gebruik stuk gegaan, niet meer bruikbaar, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
19179 |
verstandig |
nuchter:
nuchtər (P047p Loksbergen),
redelijk:
rijdələk (P047p Loksbergen)
|
een goed verstand hebben; zijn verstand goed gebruikend [bezouwig, redelijk, radelijk] [N 85 (1981)] || het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17625 |
verstandskies |
wijsheidstand:
Mogelijkheid onderlijnd in vraagstelling.
wijsheidstand (P047p Loksbergen)
|
Verstandskies, wijsheidstand [N 106 (2001)]
III-1-1
|
29112 |
verstellen |
lappen:
lapǝ (P047p Loksbergen)
|
Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW]
II-7
|
22349 |
verstoppertje spelen |
nonklonk spelen:
nonkklonk (P047p Loksbergen)
|
Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19304 |
vertrouwen |
tellen op:
oep télə (P047p Loksbergen, ...
P047p Loksbergen),
vertrouwen:
vərtoowə (P047p Loksbergen, ...
P047p Loksbergen)
|
iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
18928 |
vervelend werk |
geprul:
gəprəl (P047p Loksbergen)
|
vervelend, peuterig werk [geneuk] [N 85 (1981)]
III-1-4
|