e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
donderwolk onweerachtig: ónwiejərègtəg (Loksbergen) lucht die onweer en regen voorspelt [broeilucht, smerige lucht, donderlucht, schoer] [N 81 (1980)] III-4-4
dood (bn.) dood: dôêt (Loksbergen) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  dôet (Loksbergen) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
doodskist doodskist: dutskist (Loksbergen, ... ) de doodskist [N 96D (1989)] || De doodskist. [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
doodsklok doodsklok: dutsklok (Loksbergen) De klok die geluid wordt na het overlijden en/of bij de begrafenis van iemand [dôdsklok, dódsklok, dödsklok, doeëdsklok?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doof doof: duəf (Loksbergen) doof [ZND m] III-1-1
dooier dooier: doi̯ǝr (Loksbergen), dǫi̯ǝr (Loksbergen) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doop doop: dōēp (Loksbergen) Een doop. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbelofte doopbelofte: dōēwəbəlòftə (Loksbergen) De doopbeloften zoals ze worden afgelegd door peter en meter. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbewijs doopakte: dōēpaktə (Loksbergen) Het doopbriefje, het bewijs dat men gedoopt is [doofsjien]. [N 96D (1989)] III-3-3