e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drop klissap: klissap (Loksbergen), klissàp (Loksbergen) drop [ZND 01u (1924)] || drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)] III-2-3
dropwater klissap: klissàp (Loksbergen) Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3
druilerig en koud weer klam (weer): klàmp (Loksbergen, ... ), nat (weer): nat (Loksbergen), regenachtig (weer): réégəlègtəg (Loksbergen), triestig (weer): tristəg (Loksbergen) nat [ZND m] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4
drukken duwen: doowə (Loksbergen) Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)] III-1-2
drukknoop pitser: petsǝr (Loksbergen) Uit twee helften bestaand knoopje dat sluit door de delen in elkaar te drukken. [N 62, 52; MW] II-7
drukte maken laweit maken: ləwèèt máákə (Loksbergen) drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)] III-1-4
drukte, gedoe begankenis: bəgànkənes (Loksbergen), slameur: slààmuir (Loksbergen) een overvloed van bezigheden, drukte [slemeur, trubbel, navegatie, begankenis, omstand, wiet] [N 85 (1981)] III-1-4
druppel drup: drøp (Loksbergen, ... ), drəp (Loksbergen) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4
dubbelgeslagen dobbeltgeslagen: dǫbǝltgǝslāgǝ (Loksbergen) Gezegd van touw dat dubbelgeslagen gemaakt is. [N 48, 99a] II-7
duif (alg.) duif: dø͂ͅf (Loksbergen), en duhf (Loksbergen), Pl. [deuve]  dø͂ͅf (Loksbergen) duif [GTRP (1980-1995)] || Duif. [Goossens 1b (1960)], [ZND m] III-3-2