20394 |
echtgenoot |
man:
màn (P047p Loksbergen),
vent:
vènt (P047p Loksbergen)
|
de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
vroo (P047p Loksbergen),
wijf:
wééjəf (P047p Loksbergen)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18101 |
eczeem |
eczema:
egzema (P047p Loksbergen),
èksəmà (P047p Loksbergen)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)] || Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (zilt, haarworm). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21313 |
eed |
eed:
iət (P047p Loksbergen)
|
eed [ZND m]
III-3-1
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
ook ZND 02, 008
iəkøͅrəkə (P047p Loksbergen)
|
eekhoorn [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
18942 |
een aanmerking maken |
het zijne zeggen:
hət zén zégə (P047p Loksbergen)
|
iemand een afkeurende opmerking geven [struffen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23667 |
een aflaat verdienen |
aflaat verdienen:
afloot vərdienə (P047p Loksbergen)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23781 |
een askruisje halen |
kruisje halen:
krəskə hóólə (P047p Loksbergen)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
19294 |
een berisping krijgen |
saus mee krijgen:
saos mij krégə (P047p Loksbergen)
|
een sterke berisping [uitschijter, schrobbering, schoefeling] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21811 |
een bevel opvolgen |
horen:
huujərə (P047p Loksbergen)
|
een bevel opvolgen [pareren, luisteren, gehoorzamen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|