e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
keelgat keelgat: käl(gat) (Lommel), kälgat (Lommel), strot: strowət (Lommel) keelgat [kelschat, rieper] [N 10 (1961)] III-1-1
keelpijn keelpijn: kae.lpɛ.ən (Lommel) keelpijn [RND] III-1-2
keeltjes, raapstelen kelen: kęi̯ǝlǝn (Lommel) Groente bestaande uit dunne stengels en zeer jong kort blad van de koolraap, die zeer dicht gezaaid zijn zodat er geen knolvorming kan plaatsvinden. Raapstelen worden vooral in stamppot verwerkt. [monogr.; add. uit N 7, 16] I-5
keep kweekvink: Frings, omgesp.  kwɛkfeŋk (Lommel), Frings/IPA, omgesp.  kwɛ̄kfeŋk (Lommel) keep (14,5 man heeft oranje aan kop en borst, in het voorjaar zwarte kop en borst; vaak tussen vinken; alleen op trek en in winter; roep [wèèèèèk] [N 09 (1961)] III-4-1
keerstrook, wendakker einde: ęn (Lommel), ęŋ (Lommel), hoofdbed: høt˱bęt (Lommel), voordel: vørǝl (Lommel), vø̜rǝl (Lommel) Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.] I-1
keffen keffen: keffen (Lommel, ... ) keffen [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-2-1
kegel kegel: kegel (Lommel), Hij wierp zes kegels omver.  kegəl (Lommel) Kegel. [Willems (1885)] III-3-2
kegelbaan kegelbaan: Ss. sub kegel.  kegelbaan (Lommel) [Kegelbaan]. III-3-2
kegelbal kegelbol: Ss. sub kegel.  kegelbol (Lommel) [Kegelbal]. III-3-2
kegelen kegelen: kegele (Lommel, ... ), Afl. sub kegel.  kegelen (Lommel) [Kegelen]. || Zij zijn aan het kegelen. [ZND 36 (1941)] III-3-2