e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreukel frommel: froməl (Lommel, ... ), valse plooi: valse plooi (Lommel), valsə plouəi (Lommel) frommel || Kreukel. Ongewenste, valse vouw of plooi in een kledingstuk [kreukel, fronsel, valse plooi, kneuker, freutel] [N 114 (2002)] III-1-3
kreukelen frommelen: fromələn (Lommel), fronselen: het kleejet fronselt (Lommel), fronsen: fronsən (Lommel), kreuken: krøiə?ən (Lommel), rimpelen: het kleejed rummelt (Lommel), trekken: het trekt hier en daar nog (Lommel), t trekt (Lommel), verfrommelen: de kleed verfrommeld (Lommel) frommelen || fronsels maken aan een kledingstuk, fronselen || Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)] || kreuken III-1-3
kreunen van de pijn kreunen: krĕŭnt (Lommel), krunt (Lommel), steunen: steejnt (Lommel) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2
kreupel zijn (het is/staat) kreupel: krø̄pǝl (Lommel), stalper: stalǝpǝr (Lommel) [JG 1a; N 8, 62k en 94f] I-9
kribbebijter kribbebijter: krebǝbɛ̄i̯tǝr (Lommel) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
krielkip engels hennetje: ęŋǝls henǝʔǝ (Lommel), kakkenest: kaʔǝnęst (Lommel), krotshennetje: krotshenǝʔǝn (Lommel) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
krijgertje spelen kletsen geven: kletsen geiven (Lommel), kletsen geven spelen: ze speulen kletsegèven (Lommel), klop jagen: klop jagen (Lommel), lets jagen: lets jagen (Lommel), schiemel jagen: schiemel jagen (Lommel), tetsjes geven: tetskes geve (Lommel), vangen: Ook vangerke spelen.  vaŋən (Lommel), vangertje doen: /  vàngerken doen (Lommel), vangertje spelen: /  vangerke (Lommel), vangerke (speulen) (Lommel), vàngerken (Lommel), Sub vangen: ook vangerke spelen.  vangerke spelen (Lommel) / [SND (2006)] || tikkertje [SND (2006)] || Vangen: kinderspel waarbij de een de anderen naloopt en tracht te vangen. || Ze spelen krijgertje, ... katje enz.: het kinderspel waarbij een kind de andere naloopt en ze tracht te raken. [ZND 36 (1941)] III-3-2
krijt krijt: e stuk wit krijt (Lommel, ... ) Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)] III-3-1
krioelen wriemelen: friemelen (Lommel, ... ) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (krioelen, kriemelen, wriemelen, friemelen, wemelen) [N 108 (2001)] III-1-2
kroep kroep: krop (Lommel, ... ) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 107 (2001)] III-1-2