e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
openbroek met linten boks: boks (Lommel), boͅks (Lommel), snelzeiker: Veroud.  snälzä?ər (Lommel) vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)] || vrouwenonderbroek met gemakkelijk los te maken zitvlak III-1-3
opereren opereren: opereren (Lommel, ... ), snijden: snijden (Lommel) Opereren: een operatie verrichten (opereren, vlijmen, snijden). [N 107 (2001)] III-1-2
opgewarmde koffie oudbakken koffie: Syst. Grootaers  au̯baʔŋ koͅfi (Lommel) Opgewarmde koffie (schuddebol?) [N 16 (1962)] III-2-3
opgooien (tossen) opwerpen: opwerpen (Lommel) het kansspel waarbij een munt opgegooid wordt; de winnaar is degene die goed voorspeld heeft welke zijde (kruis of munt) boven zal liggen [koppelen, letteren, opgooien, omgooien, omroeien] [N 112 (2006)] III-3-2
opgroeiend jong kipje pul: pøl (Lommel) Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c] I-12
ophalen oppoetsen: oppoetsen (Lommel) De laatste poetsbewerking van de schoen met behulp van borstels en zachte doeken om de schoen zijn diepste glans te geven. [N 60, 143a] II-10
ophanger lits: lets (Lommel), litsje: litske (Lommel) [lits], lus || Lintje. Hoe heet het lintje of snoer om een jas op te hangen? [ZND 37 (1941)] III-1-3
opklaren opklaren: opkloͅwərə (Lommel), oͅpklōͅərə (Lommel), oͅpkloͅuərən (Lommel) opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)] III-4-4
opleppen optrekken: ǫptręʔǝn (Lommel) Een big met koemelk grootbrengen. [N 19, 16; N 19, 15; monogr.] I-12
opmaken opmaken: gɛlt opmaʔn (Lommel), opma`ən (Lommel) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1