e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
putgalg mik: mik (Lommel), putmik: putmik (Lommel, ... ) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
puthaak gard: geͅrt (Lommel), putgaar: pøtgeͅr (Lommel), pøtxēͅr (Lommel), putgard: pøtgeͅi̯rt (Lommel) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
putter distelvink: destəlveŋk (Lommel), Frings, omgesp.  destəlveŋk (Lommel) putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)] III-4-1
putzwengel put: pøt (Lommel), putarm: putarm (Lommel), putgaar: pøtgēͅr (Lommel), putgard: putgaard (Lommel), puthaak: pøthōͅk (Lommel), putzwik: putzwik (Lommel), pøtzwek (Lommel), wip: wep (Lommel), zwik: zwek (Lommel) [N 12 (1961)] [ZND 32 (1939)] I-7
pyama pyjama {piama}: pižəma}, [pizəma (Lommel) pyjama III-1-3
pyjama pyjama {piama}: pišəma (Lommel), pižəma (Lommel) pyjama, tweedelig nachtkostuum [N 25 (1964)] III-1-3
raad raad: ròwət (Lommel) raad III-1-4
raadsel raadsel: ratsəl (Lommel) raadsel III-1-4
raadsel(tje) raadsel(tje): raadsel (Lommel), ratsəl (Lommel) Raadsel. [Willems (1885)] III-3-2
raaf raaf: raaf (Lommel) raaf [Willems (1885)] III-4-1