e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spekhaak spekhaak: %%meervoud%%  spɛkhāʔǝ (Lommel) De S-vormige haak waaraan vlees, spek enz. na het lossnijden uit het lijf worden opgehangen. [N 28, 112; monogr.] II-1
speklaag versiering: vǝrsijǝreŋ (Lommel) Band van natuursteen die in baksteenmetselwerk is aangebracht. Zie ook afb. 44 en het lemma 'Sierlaag'. In Q 111 noemde men een huis met speklagen een 'spekhuis' ('šp'khūs'). [N 31, 31c; monogr.] II-9
spekpannenkoek spekbraai: Syst. Grootaers  spoͅk˂broͅu̯i̯ (Lommel) Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
spel spel: t spel (Lommel) het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje] [N 112 (2006)] III-3-2
spel (alg.) spel: spael (Lommel), speul (Lommel), Dat is toch geen speel niet meer voor grote mensen.  sp"l (Lommel), Zie ook speel.  späl (Lommel) Speel: spel. || spel [GTRP (1980-1995)] || Spel. [Willems (1885)] III-3-2
speld speld: Apocope van de d.  späl (Lommel), spelde: spɛl (Lommel) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] || speld II-7, III-1-3
speldnagel, oppinnagel speldnagel: speldnagel (Lommel) De spijker waarmee men de bovenzool voor en achter voorlopig vastzet, een oppinspijker. [N 60, 202a; N 60, 202b; N 60, 235; N 60, 101] II-10
spelen (alg.) spelen: speuhlen (Lommel), speulen (Lommel), Laat die jong (kinderen) toch spelen.  sp"lən (Lommel) spelen [GTRP (1980-1995)] || Spelen. [Willems (1885)] III-3-2
spelletje partijtje: We gaan een partijtje pingpongen.  parteͅi?ə (Lommel), spelletje: Sub speel.  spølkən (Lommel), Sub spel: Gij moet er ook geen spelleken van maken he.  spälə?ə (Lommel) Partijtje. || Spelletje. III-3-2
spelt spelt: spɛlt (Lommel) Triticum spelta L. Een soort van grove tarwe die ook op schrale grond gedijt. Het is in Limburg weinig bekend. De opgave spang, afkomstig uit het materiaal Willems, is hier wel opgegeven vanwege associatie met "speld". [Wi 52; monogr.; add. uit JG 1b; L 39, 15] I-4