e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
te lang gerezen deeg overvuld: ovǝrvølt (Lommel) Bij veel antwoorden wordt het zelfstandig naamwoord "deeg" o.i.d. niet gegeven. [N 29, 26b; monogr.] II-1
te lange zwangerschap ezelsdracht: eezəlsdràcht (Lommel) lange zwangerschap III-2-2
te licht in de rug te locht in de rug: tǝ loxt in dǝ rø̜k (Lommel) Als men teveel achteraan in de kar laadt, kan het paard de kar moeilijker trekken, omdat door het gewicht van de lading de bruikriem omhoogdrukt. Hierdoor kan de kar de neiging hebben om te wippen (zie ook voor het lemma de kar wipt. [N 17, 96 + 99] I-13
te lood gelood: gǝlōjt (Lommel), kaarsrecht: kjɛsrɛ̄xt (Lommel) Gezegd van een muur of hoek wanneer deze tijdens de controle met het schietlood een loodrechte stand vertoont. [N 31, 10d; monogr.] II-9
te nat niet doorbakken: nidø̜rbǫʔ+F20912ǝn (Lommel), te rot: tǝ rot (Lommel) Gezegd van deeg. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 29b; monogr.] || Het lemma valt uiteen in verschillende grammaticale categorieën. De eerste categorie benamingen is bijvoeglijk van aard. De tweede groep bestaat uit opgaven die een zelfstandigheid aanduiden en de derde groep bestaat uit werkwoorden. [N 29, 67; monogr.] II-1
te snel verwerkt niet rijp: ni rɛjp (Lommel) Het slachtvee moet, nadat het is gedood en uitgeslacht, een poos besterven. Pas als het vlees door en door koud is geworden kan het verwerkt worden. Doet men dit eerder, dan is de smaak van het vlees minder en bederft het veel sneller. Bovendien laat niet afgekoeld vlees zich veel moeilijker snijden dan koud vlees, dat immers steviger is. [N 28, 96; monogr.] II-1
te veel zwermen zijn eigen doodzwermen: zijn eigen doodzwermen (Lommel) Het te veel zwermen van een volk. Wanneer een volk te veel zwermt, verzwakt het. Elke zwerm is een splitsing en daardoor een verzwakking van het moedervolk. Wanneer een volk zo sterk achteruitgaat in bijental, dat het zich niet meer kan handhaven, heeft het zich doodgezwermd. [N 63, 39d] II-6
te wijd te groot: te groot (Lommel) Gezegd van een schoen, vooral als deze niet goed aansluit bij de inschot. "Schoenwerk met hakken moet vooral in de richting over den hiel naar de wreef toe goed slot hebben, goed aansluiten, omdat anders de voet, door de hak opgeheven en op een naar voren hellende vlakte gekomen, zeer licht te ver naar voren glijden kan." (Knöfel I, pag. 10). [N 60, 30c; N 60, 30b] II-10
te wijd [wld ii.10, p. 58-59] te groot: te groot (Lommel) Hoe zegt u: De schoen zal te veel overbodige ruimte hebben (slobben?) [N 60 (1973)] III-1-3
teek teek: tēͅk (Lommel) teek, spinachtig diertje dat zich vastzet op de huid van mens en dier en zich voedt met bloed [N 26 (1964)] III-4-2