e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K278p plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstekhaak verstekhaak: vǝrstɛkhāk (Lommel) Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. Zie ook afb. 3. [N 30, 13b; monogr.] II-9
verstoppertje spelen fanie doen: fannie (Lommel), (ww.)  faniej doen (Lommel), /  faniej (Lommel), faniej (doen) (Lommel), fannie (Lommel), Waarschijnlijk is dit woord een overblijfsel uit een of ander kinderrijmpje, dat door de "vanger"of "vangster"gezongen werd tijdens de periode dat de andere deelnemers of deelneemsters zich moesten verstoppen.  fanij} doen (Lommel), fanie spelen: fanij} spelen (Lommel), piepjebergen: /  piepke bergen (Lommel), piepkebergen (Lommel) / [SND (2006)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || verstoppertje [SND (2006)] || Verstoppertje spelen (kinderspel). III-3-2
verstopte speen verstopte deem: vǝrstǭptǝn dɛm (Lommel) Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a] I-11
versuikeren kristalliseren: kristalliseren (Lommel) Hard worden van de honing of het kristalliseren van honing: het overgaan van vloeibare vorm naar vaste. Dan is hij versuikerd. Voor de consumptie is versuikerde of gekristalliseerde honing niet minder geschikt dan de vloeibare. Hieruit blijkt dat de honing niet is verhit. [N 63, 118; Ge 37, 182; monogr.] II-6
vertikale paal in een poort stijl: stɛi̯l (Lommel) Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c] I-6
vertuieren voorttuieren: vǫrttø̜i̯ǝrǝn (Lommel) Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.] I-11
vervaldag bamis: ps. omgespeld volgens Frings.  baməs (Lommel), vervaldag: ps. omgespeld volgens Frings.  vərvaldag (Lommel) betaaldag, jaarlijkse ~ bij de notaris [bamis?] [N 21 (1963)] III-3-1
vervelend werk ambetant werkje: àmbətànt wèrəkskən (Lommel) ambetant werksken III-1-4
vervliegen vervliegen: vervliegen (Lommel) In een verkeerde korf of kast vliegen. Door verschillende factoren kunnen zowel de koningin als de werksters als de darren naar de verkeerde korf of kast vliegen. [N 63, 36b] II-6
verwarmen, stoken stoken: stōʔən (Lommel) stoken III-2-1