e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
etter etter: Recenter.  eͅtər (Lommel), materie: materi (Lommel), mətere (Lommel) Hoe noemt men het geelachtige of gronachtige vocht, dat uit een zweer komt (Nederl. etter, pus) ? [ZND 49 (1958)] III-1-2
europese kanarie chineesje: šineskə (Lommel), Frings, omgesp.  šineskə (Lommel), kanarievogel: kanarie in het algemeen  kənarivogəl (Lommel) kanarie, Europese ~ (11,5 gelig-bruinig; heel kort bekje, gele stuit; nog niet lang hier op trek; nog zeldzaam; meest in Oost-Brabant; laatste tijd als bastaard * gewone kanarie in kooi; zang stelt niet veel voor, rinkelend [N 09 (1961)] || kanarie, europese — III-4-1
evenaar, tweespanszwenghout dobbel haamhout: dǫbǝl [haamhout] (Lommel), warshout: wērshāt (Lommel), zwing: zweŋ (Lommel) De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.] I-2
evene evie: ēvi (Lommel) Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31] I-4
fakkeloptocht fakkelstoet: fakkelstoet (Lommel) een optocht s avonds of s nachts waarbij fakkels meegedragen worden [N 112 (2006)] III-3-2
familie familie: fəmĭĕlĭĕj (Lommel) familie III-2-2
fanfare fanfare: (de) famfaren (Lommel), famfarə(n) (Lommel), muziek: məzik (Lommel) 2. Fanfarekorps. || een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek] [N 112 (2006)] || Fanfare. III-3-2
fatsoenlijk fatsoenlijk: Das ne fatsoenlijke minsch (Lommel), Des ɛ fatsoenlik miens (Lommel), gemanierd: Das een gemanierde miensch (Lommel) Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)] III-1-4
fauteuil zetel: zɛ̄təl (Lommel) zetel, fauteuil III-2-1
fazant fazant: fəzant (Lommel, ... ), Frings, omgesp.  fəzant (Lommel) fazant || fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)] III-4-1