23949 |
gelofte |
gelofte:
gelofte (K278p Lommel)
|
Een gelofte [t jelübde]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23206 |
geloof |
geloof:
gəløiəf (K278p Lommel),
hij he zen geloof verloëren (K278p Lommel)
|
Het geloof [gloof, geloeëf, geleuf]. [N 96D (1989)] || Hij heeft zijn geloof verloren. [ZND 23 (1937)]
III-3-3
|
23207 |
geloven |
geloven:
geleuven (K278p Lommel),
gəløiəvən (K278p Lommel),
gɛluɛvɛn (K278p Lommel)
|
Geloven [gleuve, geluuëve, gluive]. [N 96D (1989)] || Geloven. [ZND 35 (1941)]
III-3-3
|
17710 |
geluidloos een wind laten |
ene afpitsen:
er enen afpitsen (K278p Lommel),
ene laten vliegen:
er een laten vliegen (K278p Lommel)
|
geluidloos een wind laten [feuze, bussinge] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
19099 |
geluk |
chance (fr.):
sjààns (K278p Lommel),
geluk:
gəluk (K278p Lommel)
|
chance || geluk
III-1-4
|
19220 |
geluksvogel; altijd geluk hebben |
gelukszak:
nɛ gɛlukszak (K278p Lommel),
gelukzak:
das ⁄n geluksak (K278p Lommel)
|
Iemand die altijd geluk heeft. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
19101 |
gemak |
gemak:
gəmàk (K278p Lommel),
ook ZND 23, 076
gemaken (K278p Lommel),
gerief:
gərĭĕf (K278p Lommel)
|
gemak [ZND 01 (1922)] || gerief
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gəmèʔələk (K278p Lommel),
ook materiaal znd 23, 77
geme-elijk (K278p Lommel),
handig:
hènnəch (K278p Lommel)
|
gemakkelijk [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
25527 |
gemalen en gezuiverd graan |
meel:
męjǝl (K278p Lommel)
|
Omdat de vraagstelling niet helemaal duidelijk was, kwamen er bij de antwoorden op de vraag naar de naam voor "gemalen en gezuiverd graan" zowel meel- als bloem-opgaven voor. Meel bestaat uit het inwendige van de tarwe- of roggekorrel plus de zemel, dus het is de geheel vermalen korrel, terwijl de bloem bestaat uit het inwendige van de korrel, de meelkern (Schoep blz. 12). Vroeger werd de gehele korrel vermalen tot meel. Daarna werd het meel gezeefd, waarbij een groot deel der zemelen achterbleef op de zeef. Het gezeefde product was dan de bloem, die echter nog heel wat zemeldelen bevatte (Schoep blz. 13). De voor dit lemma opgegeven bloem-varianten zijn verplaatst naar het lemma ''bloem''. [N 29, 14b; N 29, 15c; N 16, 80]
II-1
|
25526 |
gemalen, niet gezuiverd graan |
afval:
ǫfǫl (K278p Lommel)
|
De inhoud van het lemma beantwoordt niet in alle gevallen duidelijk aan het lemma-opschrift. Er is een groep woordtypen die een algemene benaming geeft, een tweede groep duidt op "gemalen, niet gezuiverd graan", een derde duidt een bepaald soort ongezuiverd meel aan en de vierde groep geeft aan dat dit graan voor veevoer wordt bestemd of dat dit afval is. [N 29, 14a]
II-1
|