22376 |
glijbaan |
schuifaf:
ne schuivaf (K278p Lommel),
/
ne schuivaf (K278p Lommel),
schufaf (K278p Lommel),
schuifaf (K278p Lommel),
schuivaf (K278p Lommel),
In de speeltuine staat er een grote schuivaf.
schøͅivaf (K278p Lommel)
|
/ [SND (2006)] || glijbaan [SND (2006)] || Glijbaan. || het speeltuig (vooral in speeltuinen) waarbij men langs een gladde baan van een platform naar beneden kan glijden [glijbaan, borsie, ritsbaan, roetsjbaan] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
30923 |
glijbies |
binnenbies:
binnenbies (K278p Lommel)
|
Een reep leer die aan de binnenkant van de schoen van de hak af naar boven loopt, evenwijdig aan de achillespees, en die dient om de hiel gemakkelijk in de schoen te laten schuiven. "De achternaad moet van binnen steeds met een zoogenaamde glijbies voorzien (gedekt) worden, die aan weerszijden van den naad gestikt en aan de kanten ook met de hand aangezet kan worden. Boven reikt deze glijbies tot of onder de stijve kap, onder naait men hem aan weerszijden aan de contrefortvoering vast." (Knöfel I, pag. 177). Zie afb. 22. [N 60, 18c]
II-10
|
18440 |
glijbies [wld ii.10, p. 26] |
binnenbies:
binnenbies (K278p Lommel)
|
Een reep leer die op dezelfde plaats loopt, maar dan aan de binnenkant van de schoen en die dient om de hiel gemakkelijk in de schoen te laten schuiven? (geleibies of glijbies?) Zie tek. 18c. [N 60 (1973)]
III-1-3
|
17853 |
glijden |
slibberen:
sleͅbərə (K278p Lommel),
slipperen:
slipperen (K278p Lommel)
|
Glijden. [Willems (1885)] || hoe noemt men: op het ijs glijden (zonder schaatsen) [ZND 14 (1926)]
III-1-2, III-3-2
|
18879 |
glimlachen |
giechelen:
gichelen (K278p Lommel),
grimlachen:
grimlachen (K278p Lommel),
heimelijk lachen:
hij lacht heimelijk (K278p Lommel),
in zijn eigen lachen:
hij lacht in z`n eigen (K278p Lommel),
zieten:
heimelijk lachen
zieten (K278p Lommel)
|
hoe zegt ge "glimlachen"in uw dialect ? Bestaat er geen woord om dit "stil lachen"uit te drukken, geef dan op door welke omschrijving men dit weergeeft. [ZND 39 (1942)]
III-1-4
|
24316 |
glimworm |
glimworm:
glimworm (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
glimworm [GV Gr (1935)], [ZND 18G (1935)]
III-4-2
|
23922 |
god de vader |
god de vader:
god de vader (K278p Lommel)
|
God de Vader. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23890 |
godsdienstonderricht op zondag |
catechismus van volharding:
catechismus van volharding (K278p Lommel)
|
Het godsdienstonderricht dat vroeger op zondagmiddag vóór het lof (d.w.z. van 14.30 tot 15.00 uur) werd gegeven aan jongeren die van school af waren). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34172 |
goed liggen |
goed:
gut (K278p Lommel),
normaal liggen:
normaal liggen (K278p Lommel)
|
Het kalf ligt goed in de baarmoeder: de voorpoten zullen het eerst naar buiten komen. [N 3A, 51]
I-11
|
17786 |
goed luisteren |
goed luisteren:
goe lŭisteren (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
goed luisteren (K278p Lommel),
goed ləsteren (K278p Lommel)
|
goed luisteren [ZND 30 (1939)]
III-1-1
|