20329 |
hij aardt naar zijn vader |
hij heeft de aard naar zijn vader:
hé het den aord nè zè vaoder (K278p Lommel)
|
naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)]
III-2-2
|
18012 |
hijgen |
hijgen:
hɛi̯gǝn (K278p Lommel)
|
[JG 1a, 1b]
I-11
|
20481 |
hijgen naar adem, reutelen |
snakken:
snakken (K278p Lommel)
|
Hoe zegt men van een stervende, die naar adem hijgt of reutelt? [ZND 41 (1943)]
III-2-2
|
25429 |
hijswerktuig |
zelen over een balk:
zęjǝlǝ ōvǝr nǝm balǝk (K278p Lommel)
|
Hijswerktuig waarmee het rund omhoog wordt getakeld, voordat het verder verwerkt wordt. Ouder is het werken met touwen of kettingen over de balk in de schuur. Dit gebeurt met mankracht. Vergelijk het lemma ''ophijsen''. [N 28, 64; N 28, 65; N 28, 67]
II-1
|
18029 |
hik |
hik:
dən ek (K278p Lommel),
dən hek (K278p Lommel),
hek (K278p Lommel)
|
hik [hibbik, hikkepik, hippik] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22777 |
hinkelblokje |
hinker:
henker (K278p Lommel),
hinger (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
k is zacht
hinker (K278p Lommel)
|
Hoe heet het stukje hout of steen dat hierbij wordt gebruikt? [ZND 27 (1938)]
III-3-2
|
22774 |
hinkelen |
hinkelen:
heŋ?ələn (K278p Lommel),
hinkelen (K278p Lommel),
/
hinkelen (K278p Lommel, ...
K278p Lommel,
K278p Lommel),
hinken:
hing-en (K278p Lommel),
hinge (K278p Lommel),
zachte k
hink (K278p Lommel)
|
/ [SND (2006)] || Hinkelen (kinderspel). || Hoe heet het kinderspel, waarbij op één been gesprongen wordt? [ZND 27 (1938)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)]
III-3-2
|
22775 |
hinkelen: hinkelspel |
hinkspel:
henkspel (K278p Lommel)
|
Hoe heet het kinderspel, waarbij op één been gesprongen wordt? [ZND 27 (1938)]
III-3-2
|
22778 |
hinkelperk: vorm |
kruis:
kruisvorm (K278p Lommel),
rechthoek:
rechthoek (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
spiraal:
spiraalvorm (K278p Lommel),
vierkant:
vierkant (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
Welke vorm heeft het spel dat op de grond wordt getekend? Teken dit op een afzonderlijk blaadje en schrijf de namen van de onderdelen in de vakken. [ZND 27 (1938)]
III-3-2
|
17955 |
hinken |
hinken:
hing-ə (K278p Lommel),
hing-ən (K278p Lommel),
hink-en (K278p Lommel),
hinkən (K278p Lommel)
|
Hoe heet: op één been springen (van pijn.) ? [ZND 27 (1938)]
III-1-2
|