19422 |
kaarsendomper |
kaarsendoder:
keͅsəndui̯ər (K278p Lommel),
kaarsendomper:
keͅsəndompər (K278p Lommel),
kiərsəndoͅmpər (K278p Lommel),
kiəsəndoͅmpər (K278p Lommel),
ki̯eͅsəndompər (K278p Lommel),
ki̯eͅsəndoͅmpər (K278p Lommel),
mutter:
møtər (K278p Lommel),
snuiter:
snøtər (K278p Lommel)
|
kaarsendomper, d.i. het metalen horentje waarmee de kaars uitgedoofd werd? [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
22392 |
kaart met prentje |
mannetje:
männeken (K278p Lommel)
|
een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22505 |
kaarten (ww.) |
een kaartje leggen:
Sub kaart.
ə karkə leͅgən (K278p Lommel),
kaarten:
kaarten (K278p Lommel),
ku.rtn (K278p Lommel),
/
kaarten (K278p Lommel),
korwt is kaart
korweten (K278p Lommel),
Variant van wiezen = kleurewiezen
kaarten (K278p Lommel)
|
[SND (2006)]/ [SND (2006)] || Een kaartje leggen (kaartspelen). || kaarten [RND] || Kaarten. [Willems (1885)]
III-3-2
|
22395 |
kaarten bijnemen |
bijvragen:
kaarten bijvragen (K278p Lommel)
|
kaarten bijnemen [rafelen, fretten] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22386 |
kaarten voor geld |
kaarten:
kaarten (K278p Lommel)
|
kaartspelen voor geld [tuisen] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
20802 |
kaas |
kaas:
kèès (K278p Lommel)
|
kaas [RND]
III-2-3
|
24833 |
kaasjeskruid |
hazebrood:
hǭzǝbrōt (K278p Lommel)
|
Malva L. Een vrij algemeen voorkomende struikachtige plant met langgesteelde bladeren, bloemen in groepen van twee of meer in de bladoksels en vruchtjes in de vorm van een plat kaasje. Het grote kaasjeskruid (Malva sylvestris L.), dat veel in bermen voorkomt, wordt tot meer dan 1 meter hoog en heeft roze of lichtpaarse bloemen en een ruwbehaarde stengel. Het kleine kaasjeskruid (Malva neglecta Wallr.), dat 40 cm groot wordt, komt meestal liggend voor bij boerderijen en aan wegranden en heeft rozerode, soms ook witte bloemen. De bloei duurt van juni tot september. [A 52, 10a en 10b; monogr.]
I-5
|
24442 |
kaasmijt |
kaasmade:
kɛ̄smōͅj (K278p Lommel)
|
mijt die leeft van (oude) kaas [N 26 (1964)]
III-4-2
|
22610 |
kaatsbal |
ketsebol:
Ss. sub kaatsen.
kätsəmboͅl. (K278p Lommel)
|
Kaatsbal.
III-3-2
|
22622 |
kaatsen |
ketsen:
kɛtsn (K278p Lommel),
met de bal spelen
ketsen (K278p Lommel),
Ze kan met drie bollen (= ballen) kaatsen.
kätsən (K278p Lommel)
|
kaatsen [RND] || Kaatsen (kaatseballen). || Kent u het werkwoord kaatsen (met de bal)? [ZND 41 (1943)]
III-3-2
|