e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snijden volgens de vorm: volgens de vorm (Lommel) Het leer snijden in pasklare stukken. [N 60, 38] II-10
snijkant sne(d)e: sne(d)e (Lommel) Het scherpe gedeelte van een mes. [N 60, 175a] II-10
snijmes schoenmakersmes: schoenmakersmes (Lommel) Het mes waarmee men het leer in pasklare stukken snijdt. Volgens de informant van L 163a is het overleermes 1 cm breed. De informant van Q 253 spreekt van een smal, puntig mesje gekneld in een metalen veer. [N 60, 40] II-10
snijwonde snee: snee (Lommel, ... ) Snijwond: door snijden veroorzaakte wond (snee, krab, krets, vats, sleuf, kreeuw, vil, slip). [N 107 (2001)] III-1-2
snikken blaten: blätən (Lommel, ... ), schreeuwen: schrejəwən (Lommel), schrewən (Lommel), snakken: sna⁄ə (Lommel), snotteren: snoͅtərən (Lommel) snikken [snoffe] [N 10 (1961)] III-1-4
snip, algemeen snep: snɛp (Lommel) snip III-4-1
snit snit: snit (Lommel) De wijze waarop de schoenonderdelen gesneden zijn. [N 60, 226] II-10
snoepen gesnats: gəsnats (Lommel), snatsen: snatsən (Lommel), snoepen: snøbən (Lommel), snuren: snuren  sny(3)̄ərən (Lommel), vegen: veͅgən (Lommel), vägən (Lommel) smakkend snoepen || snatsen: eten of snoepen met telkens terugkerend knappend geluid || snoepen III-2-3
snoepgoed snoep: snøp (Lommel), snuur: snuur  sny(3)̄ər (Lommel) snoep III-2-3
snoepje lek: Verklw. läksk\\n  läk (Lommel) kindertaal voor iets lekkers, snoepje III-2-3