19820 |
stoof, voetenwarmer |
gris:
gres (K278p Lommel)
|
verplaatsbaar kacheltje met turfzoden verwarmd, vooral als voetverwarmer in gebruik
III-2-1
|
20641 |
stoofvlees, zuurvlees |
zuurbrokken:
Syst. Grootaers
zurbrøʔn (K278p Lommel)
|
Gemarineerd rundvlees, bereid met azijn, olie en kruiden (bufflamood, zoerbrèùtje?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33419 |
stookgat van de oven |
ovenbakkes:
[oven]bakǝs (K278p Lommel),
ovenscheel:
[oven]sxɛl (K278p Lommel)
|
De benaming voor het stookgat van de oven dat voorzien is van een ijzeren deurtje. Vergelijk het lemma "ovenmond" in aflevering II.1, pag. 71. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 79b]
I-6
|
33357 |
stookhuis, plaats voor de veevoerkookketel |
bakhuis:
[bakhuis] (K278p Lommel),
kot:
kǫt (K278p Lommel),
stoomketelkot:
stōmkētǝlkǫt (K278p Lommel),
voorstal:
vørstal (K278p Lommel)
|
De plaats in de stal, of de ruimte vooraan in de stal, waar de veevoerkookketel staat. Soms heeft men geen aparte ruimte voor dit doel en kookt men het veevoer in de bijkeuken. In andere gevallen, zoals in K 358 staat deze ketel meestal buiten, of, zoals vermeld in L 360, heeft men er een apart gebouwtje voor naast de stal. Dikwijls ook kookt men in het bakhuis, waar ook het brood gebakken wordt (L 426), vandaar de frequente (bakhuis)-opgaven; vergelijk de kaart. Zie voor de fonetische documentatie van enkele van deze (bakhuis)-opgaven het lemma "bakhuis" (3.1.2). Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [N 5A, 35c en 60c: L 1, a-m; S 50; monogr.]
I-6
|
28689 |
stoomwassmelter |
stoomwassmelter:
stoomwassmelter (K278p Lommel)
|
Toestel om was te smelten waarbij gebruik gemaakt wordt van stoom. Een waskanon is een stoomwassmelter. Het bestaat uit twee op een pan in elkaar gemonteerde bussen, waarvan de binnenste geperforeerd is. De ruwe raat wordt enige etmalen geweekt, waardoor het ergste vuil loslaat. De massa wordt in stukjes gebroken, in de binnenste cilinder gestopt, de pan wordt voor de helft met water gevuld en het geheel wordt op het vuur gezet. De hete stoom smelt de raat, de vloeibare was loopt door een tuitje uit het toestel en kan opgevangen worden op een heetwaterbad. Vervolgens laat men de waskoek langzaam afkoelen (De Roever, pag 284). Volgens de informant van Q 253 bestaat dit toestel niet in zijn streek. [N 63, 129b]
II-6
|
31626 |
stoot |
stoot:
stoǝt (K278p Lommel)
|
Het ijzeren plaatje dat bij winterbeslag tegen het uitglijden vóór onder het hoefijzer wordt geplaatst. In P 174, P 224 en Q 182 was de stoot onbekend, in K 353 werden in plaats van een plaatje één of twee schroeven aan de voorzijde van het hoefijzer bevestigd. [N 33, 357; JG 1a; JG 1b; JG 1d; monogr.]
II-11
|
34577 |
stootring |
as:
as (K278p Lommel)
|
Verdikking van de as tussen de asarm en het asblok waardoor het wiel op een veilige afstand van het asblok gehouden wordt. De stootring kan met de as worden meegegoten maar er ook als een los element om bevestigd zijn. [N 17, 52 + 54 + add; N 18, 98d + 99; N G, 49a, 53f; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; L 20, 20a; L 39, 21 + 22; A 4, 20a; Wi 15; monogr.]
I-13
|
30161 |
stootvoeg |
staande voeg:
stǫndǝ [voeg] (K278p Lommel)
|
Verticale voeg. Zie ook afb. 41. Het woordtype 'dilitatievoeg' (L 382) duidt een voeg aan die wordt aangebracht om te verhinderen dat bij grote temperatuurwisselingen scheuring in het metselwerk zal optreden. Zie voor de fonetische documentatie van het woord en woorddeel '(voeg)' het lemma 'Voeg'. [N 32, 29c; monogr.]
II-9
|
19376 |
stop, zekering |
plomb (fr.):
plōͅ (K278p Lommel),
stop:
stoͅp (K278p Lommel)
|
smeltstop
III-2-1
|
19481 |
stopcontact |
prise (fr.):
pris (K278p Lommel)
|
stopcontact
III-2-1
|