17715 |
teelballen |
aardappelen:
jerpels (K278p Lommel),
kloten:
Gemeen
kloten (K278p Lommel),
patatten:
Schertsend
zijn patatten afgieten (K278p Lommel)
|
[N 10c (1995)]
III-1-1
|
33793 |
teelballen, testes |
ballen:
balǝn (K278p Lommel),
kloten:
klǫu̯tǝn (K278p Lommel)
|
[JG 1b; N 8, 36, 37a, 37b, 37c en 38]
I-9
|
33791 |
teellid |
pees:
pēs (K278p Lommel),
piezel:
pizǝl (K278p Lommel),
pisser:
pisǝr (K278p Lommel)
|
Penis of roede. [JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a en 37b]
I-9
|
33794 |
teelzak |
balzak:
balzak (K278p Lommel),
zak:
zak (K278p Lommel)
|
[JG 1a, 1b; N 8, 36, 37a, 37b en 38]
I-9
|
17680 |
teen |
teen:
tejən (K278p Lommel, ...
K278p Lommel,
K278p Lommel)
|
teen [N 10b (1961)]
III-1-1
|
31131 |
teenstuk |
teenstuk:
teenstuk (K278p Lommel)
|
Reparatielapje onder de schoenzool, aan de teen. [N 60, 233d]
II-10
|
18483 |
teenstuk [wld ii.10, p. 60] |
teenstuk:
teenstuk (K278p Lommel)
|
Het lapje onder de schoenzool, aan de teen (teenstuk, stootlap, stuitstuk) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
33850 |
tegelijkertijd galopperen en draven |
klawieteren:
klawitǝrǝn (K278p Lommel)
|
Gelijktijdig galopperen en draven, bijv. met de voorpoten galopperen en met de achterbenen draven, ofwel afwisselend draven en galopperen. De correspondenten kennen hiervoor weinig specifieke woorden: enkel fetteren en springen. Er komen wel een aantal klanknabootsende woorden voor in de betekenis "snel, wild lopen". [N 8, 20, 81c en 81e]
I-9
|
29957 |
tegelsnijder |
snijmachine:
snø̜jmašin (K278p Lommel)
|
Werktuig waarmee tegels gesneden kunnen worden. Er zijn verschillende modellen en uitvoeringen. De 'tegelsnijbeugel' bestaat uit een u-vormig gebogen metalen staaf waarbij aan één uiteinde een rubberen aandrukwiel en aan het andere een hardstalen wieltje is aangebracht. Met behulp van het snijwieltje wordt de glazuurlaag van de tegel ingekerfd. Bij de 'tegelsnijmachine' wordt het snijwieltje met behulp van een hefboom tegen de glazuurlaag van de tegel gedrukt. [N 32, 42a]
II-9
|
29958 |
tegeltang |
nijptang:
nø̜jptaŋ (K278p Lommel)
|
Tang waarmee kleine stukjes van een tegel geknipt kunnen worden. De tegeltang lijkt op een nijptang maar heeft smallere bekken en langere benen. [N 32, 42b]
II-9
|