28517 |
tuten |
tuten:
tuten (K278p Lommel)
|
Het geluid dat de koningin maakt die haar cel reeds verlaten heeft. Op het doffe kwaken van de ongeboren koninginnen antwoordt de pas uitgelopen koningin met een hoog tutend geluid. Dit is het teken dat zij er is. Zij zal proberen zo spoedig mogelijk de nog in de cellen opgesloten koninginnelarven te doden. Dit wordt echter verhinderd door de werkbijen. Het tuten is voor de imker een zeker teken dat er de volgende dag of op zijn laatst nog een dag later een nazwerm zal afkomen. [N 63, 33a; N 63, 32a; N 63, 33b; Ge 37, 42]
II-6
|
28518 |
tuter |
tuter:
tuter (K278p Lommel)
|
Koningin die pas de moercel verlaten heeft en tutend antwoordt op het gekwaak van de koninginnelarven die nog in de dichte moercel zitten. [N 63, 33b; N 63, 32a]
II-6
|
21618 |
twee centiem |
cent:
ps. omgespeld volgens Frings.
nə seͅnt (K278p Lommel),
nə sɛnt (K278p Lommel)
|
koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21626 |
twee frank |
dobbele frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
nən dōͅbələ fraŋ (K278p Lommel),
nən doͅbələ frangk (K278p Lommel)
|
2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
32958 |
tweede klaveroogst |
tweede snede:
twędǝ snēi̯ (K278p Lommel)
|
In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c]
I-3
|
33122 |
tweede laag schoven van het dorsbed |
dubbel bed:
dø̜bǝl be̜t (K278p Lommel),
gans bed:
gans ˲be̜t (K278p Lommel)
|
De specifieke benaming van de tweede laag schoven, bestaande uit twee rijen die met de koppen naar elkaar toe liggen, zoals die op de eerste rij van het vorige lemma wordt gelegd. Zeer vaak is de benaming van deze bovenste laag dezelfde als die van het bed als geheel; dan is die benaming hier niet herhaald; zie het lemma ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' (6.1.16). In L 159a wordt nog aangetekend dat "de aren van de tweede laag veerden op de eerste rij, en door dit veren lieten de korrels beter los". Zie afbeelding 11, b. [N 14, 17c; monogr.]
I-4
|
23251 |
tweede luiden voor de mis |
de tweede keer luiden:
⁄t is de twêdde keer (K278p Lommel),
het kwartier luiden:
⁄t ketier luidt (K278p Lommel),
slaan:
⁄t sleu al (K278p Lommel)
|
Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
23269 |
tweede luiden voor de mis add. |
het is het uur:
⁄t is ⁄t uur (K278p Lommel)
|
Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
21648 |
tweede verkoping |
afwerf:
ps. omgespeld volgens Frings.
dən afwɛrəf (K278p Lommel)
|
de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20427 |
tweeling |
tweeling:
twéleng (K278p Lommel)
|
tweeling
III-2-2
|