34215 |
vetweiden |
vetweiden:
vɛtwɛi̯ǝ (K278p Lommel)
|
Het laten grazen van slachtvee in een speciaal daarvoor bestemde weide. [N 3A, 77b]
I-11
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̄lǝn (K278p Lommel)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
24057 |
viaticum |
laatste communie (<lat.):
leͅstə kəminij (K278p Lommel)
|
De H. Communie als teerspijs voor een stervende, viaticum. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23910 |
vier uitersten |
vier uitersten:
de vier ø͂ͅitərstən (K278p Lommel)
|
De vier uitersten van de mens (te weten: dood, oordeel, hemel, hel) [toponiem te Meijel: de Vruttersjte]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
22832 |
vieren |
vieren:
gəvi̞.rt (K278p Lommel),
vieren (K278p Lommel)
|
gevierd [RND] || Vieren. [Willems (1885)]
III-3-2
|
20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
koffie (K278p Lommel)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
21537 |
vijf centiem |
knabje:
e zoals int Nl. ik ben (zeer scherp)
knepke (K278p Lommel),
solletje:
ɛ sɛllɛ(k)en (K278p Lommel),
e als in de
selle(k)e (K278p Lommel),
e als korte ui zonder verbinding van u met i
e sel-le-e (K278p Lommel)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
21542 |
vijf frank |
paardsoog:
ps. omgespeld volgens Frings.
pjeͅšōx (K278p Lommel),
stuk:
ps. omgespeld volgens Frings.
støk (K278p Lommel),
vijf frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
nə veͅi̯fraŋ (K278p Lommel)
|
5 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] || 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21538 |
vijfentwintig centiem |
kwartje:
e kwarke (K278p Lommel),
kwaije (K278p Lommel),
kwartje (K278p Lommel),
ɛ kwarj(k)en (K278p Lommel)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
21621 |
vijftig frank |
stuk van vijftig frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
ə støk van feͅftex fraŋ (K278p Lommel)
|
50 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|