18576 |
vrouwenondergoed |
vrouwenondergoed:
vrau:ənondərguwt (K278p Lommel),
wijverondergoed:
wijverondergoed (K278p Lommel)
|
Ondergoed voor vrouwen. [DC 62 (1987)] || Vrouwenondergoed [ook: lingerie, linergie?] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18598 |
vrouwenonderhemd? |
hemd:
hem (K278p Lommel),
heͅm (K278p Lommel),
onderhemd:
onderhemd (K278p Lommel)
|
onderhemd voor vrouwen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor vrouwen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van vrouwen? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
31107 |
vrouwewerk |
dameswerk:
dameswerk (K278p Lommel)
|
Schoenwerk voor dames in de maten 36 t/m 43. [N 60, 205b]
II-10
|
33681 |
vruchtbare grond |
goede vette grond:
gui̯ǝ vɛtǝ grǫnt (K278p Lommel),
vette grond:
vɛtǝ grǫnt (K278p Lommel)
|
Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt beïnvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30]
I-8
|
21584 |
vruchtgebruik |
leeftocht:
leeftocht (K278p Lommel),
tocht:
tuocht (K278p Lommel),
tògt (K278p Lommel)
|
hoe heet het levenslang vruchtgebruik van een goed bv. van een huis ? [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
17658 |
vuist |
vuist:
vōͅst (K278p Lommel),
vøͅst (K278p Lommel),
vøͅyst (K278p Lommel)
|
vuist [N 10 (1961)]
III-1-1
|
22342 |
vuistslag op de rug |
dof:
dof (K278p Lommel, ...
K278p Lommel),
dòf (K278p Lommel)
|
Een slag met de vuist op de rug (bij sommige kinderspelen). [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
19544 |
vuursteen |
ketssteen:
kɛtsstei̯ən (K278p Lommel)
|
vuursteen in de tondeldoos [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19813 |
vuurtang, sinteltang |
vuurtang:
vy(3)̄rtaŋ (K278p Lommel),
vyi̯ərtaŋ (K278p Lommel)
|
vuurtang [N 05A (1964)]
III-2-1
|
22899 |
vuurtje stoken |
vuurtje stoken:
Sub stoken.
vyrkə sto?ən (K278p Lommel),
Sub vuur.
vyrkə sto?ən (K278p Lommel)
|
Vuurke stoken.
III-3-2
|