18867 |
woede |
colre (fr.):
kəlèèrə (K278p Lommel),
parten:
zie ook "pertig"; cf. WNT XII, 1, kol. 1348 s.v. "pertig"(bijvorm van partig) 1.b. nukkig, grillig, eigenzinnig
perten (K278p Lommel)
|
woede || woede, drift, kwaadheid
III-1-4
|
17890 |
woelen |
woelen:
woelen (K278p Lommel),
wroeten:
wroeten (K278p Lommel)
|
Woelen: onrustig heen en weer bewegen (woelen, sjravelen, sjörge) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
17940 |
woest, onachtzaam lopen |
hollen:
hoͅlən (K278p Lommel),
rakken:
rā`ə (K278p Lommel)
|
lopen: woest, onachtzaam lopen [ragge, bollieje] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
30197 |
wolfsdak |
dak met een noordeinde:
dak mę ǝ nowǝrt˱ęndǝ (K278p Lommel)
|
Zadeldak waarvan de topgevels zijn afgeknot. [N 4A, 23a; div.]
II-9
|
30198 |
wolfseinde |
noordeinde:
nowǝrtęndǝ (K278p Lommel)
|
Driehoekig dakvlak boven een afgeknotte gevel. [N F, 47c; N 4A, 23b; N 4A, 23a; monogr.]
II-9
|
33943 |
wolfsgebit, gebroken gebit |
gebroken stang:
gǝbrōʔǝn staŋ (K278p Lommel),
watertoom:
wǭtǝrtōm (K278p Lommel)
|
Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43]
I-10
|
18614 |
wollen muts (kinderen) |
muts:
møts (K278p Lommel),
potsje:
poͅtskə (K278p Lommel)
|
muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18132 |
wonde |
wonde:
die wònde zal etteren (K278p Lommel),
won (K278p Lommel, ...
K278p Lommel)
|
Die wonde zal etteren [ZND 23 (1937)] || een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)]
III-1-2
|
23919 |
wonderdoener |
wonderdoener:
wonderdunger (K278p Lommel)
|
Een wonderdoener. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23918 |
wonderen doen |
mirakels doen:
mierakels doen (K278p Lommel)
|
Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)]
III-3-3
|