e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lommel

Overzicht

Gevonden: 5514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dichtbinden inrijgen: inrijgen (Lommel) Het met touw dichtbinden van de veteropening, voordat men begint met overhalen. Zie ook het lemma overhalen. [N 60, 82] II-10
dichtmaken van de woning toestoppen: toestoppen (Lommel) Het dichtmaken van spleten en openingen in de bijenwoning met propolis. [N 63, 53b; N 63, 53a; Ge 37, 142] II-6
dief dief: dief (Lommel) dief [ZND 23 (1937)] III-3-1
dienst dienst: dĭĕnst (Lommel) dienst III-1-4
diep diep: dip (Lommel) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
diepzinnig diep kijken: kijkt diep (Lommel), diepzinnig: hij is diepzinnig (Lommel, ... ) Hij is diepzinnig. [ZND 33 (1940)] III-1-4
dier, beest beest: bjĕist (Lommel), hier ook opgenomen mat. van ZND 21, 011  bieëst (Lommel), bièst (Lommel), bjest (Lommel), ook in ZND 23, 009  bejest (Lommel), opgenomen uit de verzamellijst ZND 01.a-m  bejest (Lommel), dier: dīēr (Lommel) beest [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)] || dier [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-2
dij bats: bats (Lommel), bil: bil (Lommel) Hoe heet het been boven de knie ? [ZND 23 (1937)] III-1-1
dijk dijk: dijk (Lommel), dęi̯k (Lommel), opgehoopte aarde  dijk (Lommel) dijk [ZND 33 (1940)] || Opgehoopte aarde. [N 27, 24; L 33, 34] I-8, III-3-1
dikke boterham dikke passavant: Syst. Grootaers  deʔə pasavan (Lommel) Een dikke boterham (sjmouer, sjmouel?) [N 16 (1962)] III-2-3