e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q259p plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraanvogel kranewel: kroͅnewel (Lontzen), kroͅnəwel (Lontzen) kraanvogel [ZND 01 (1922)], [ZND 17 (1935)] III-4-1
krant zeitung (du.): zidoͅŋ (Lontzen) krant [ZND 17 (1935)] III-3-1
krassen bekratsen: bekratse (Lontzen) krassen [ZND 01 (1922)] III-4-4
kreunen van de pijn kuimen: küümt (Lontzen) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2
krijt krijt: e schtökk witte kreid (Lontzen) Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)] III-3-1
kruidwis wijden {ja}: ja  / (Lontzen) Bestaat (bestond?) het gebruik op die dag een kruidwis te wijden? [ZND 17 (1935)] III-3-2
kruien varen: vārǝ (Lontzen) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13
kruik kan: kan (Lontzen) kruik [ZND 29 (1938)] III-2-1
kruin kruin: krüng (Lontzen) de kruin van het hoofd (waar het haar draait) [ZND 29 (1938)] III-1-1
kruis kruis: e krütz, twee krütze (Lontzen) Een kruis, twee kruisen. [ZND 29 (1938)] III-3-3