21100 |
gerstebier |
bier van gerst:
bier van gesch (Q259p Lontzen)
|
gerstenbier [ZND 24 (1937)]
III-2-3
|
21595 |
geschiedenis |
geschichte (du.):
en geschichte vertélle (Q259p Lontzen)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|
34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bɛrx (Q259p Lontzen)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
20315 |
getrouwde vrouw |
bestade vrouw:
vgl. Q 253: bestattet = getrouwd; resp.: = of getrouwde vrouw
bəsjtàddə vrów (Q259p Lontzen),
getrouwde vrouw:
jətrówdə vrów (Q259p Lontzen)
|
getrouwde vrouw; een - - moet kunnen naaien [RND]
III-2-2
|
21321 |
getuigen |
tuigen:
tüge (Q259p Lontzen)
|
getuigen [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
19092 |
gevaarlijk |
gevaarlijk:
met vüür späle is jeväelich (Q259p Lontzen)
|
Met vuur spelen is gevaarlijk. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
19093 |
gevaarlijke kerel |
gevaarlijk:
dat is ene jeväeliche käel (Q259p Lontzen)
|
Dat is een gevaarlijke kerel. [ZND 37 (1941)]
III-1-4
|
21322 |
gevangenis |
prison (<fr.):
Van Dale: prison (<Fr.), (gew.) gevangenis.
prisong (Q259p Lontzen)
|
gevangenis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
17808 |
geven |
geven:
jeeve (Q259p Lontzen)
|
geven [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
19381 |
gewelf |
gewelf:
gǝwɛlǝf (Q259p Lontzen)
|
Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.]
II-9
|