e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lei tafel: de taafel (Lontzen) Een lei waarop de kinderen schrijven. [ZND 37 (1941)] III-3-1
leien dak leien dak: lęjǝ dak (Lontzen) Met leien gedekt dak. Zie ook de lemmata 'Rijndak' en 'Maasdak'. [L 37, 26c; N 79, 5 add.] II-9
lente, voorjaar vroegjaar: vrüjoor (Lontzen) lente [ZND 30 (1939)] III-4-4
lepel lepel: leopel (Lontzen) Lepel (juiste dialectuitspraak) [ZND 37 (1941)] III-2-1
leugen leug: dat is en löch (Lontzen) Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)] III-3-1
leunstoel pruttel: prø̞təl (Lontzen, ... ) een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)] III-2-1
leurder huissierman (<fr.): husiermaa (Lontzen) een venter (die van deur tot deur waren verkoopt) [ZND 28 (1938)] III-3-1
leverworst leverworst: läver woesch (Lontzen) leverworst [ZND 21 (1936)] III-2-3
liberaal liberaal: dat is ne liberaal (Lontzen) Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)] III-3-1
lichaam lijf: lief (Lontzen, ... ) het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] III-1-1