e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mond mond: moond (Lottum), moont (Lottum), mŏŏnd (Lottum), mund (Lottum) mond [SGV (1914)] || Mond. Houd je mond toch [DC 01 (1931)] || monden [SGV (1914)] III-1-1
mond (spotnamen) muil: moel (Lottum) Mond. Houd je mond toch [DC 01 (1931)] III-1-1
monnik pater (lat.): pater (Lottum) monnik [SGV (1914)] III-3-3
morgengebed morgengebed: mêrgegebed (Lottum) morgengebed [SGV (1914)] III-3-3
mossel mossel: mossel (Lottum, ... ) mossel [SGV (1914)] III-2-3
mosterd mosterd: mōsterd (Lottum) mosterd [SGV (1914)] III-2-3
mot mot: mot (Lottum, ... ) mot [DC 24 (1953)], [SGV (1914)] III-4-2
motregenen, licht regenen motregenen: motregene, ’t motregent (Lottum), zwaaien: ’t zwanjt (Lottum) motregen, het motregent (regen met heel fijne druppels). [DC 30 (1958)] III-4-4
mout malt: malt (Lottum) Het op de eest of eestvloer gedroogde en eventueel geroosterde graan. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''eesten''. [N 35, 20; L 1a-m; L 1u, 166; S 5; Jan 14d; monogr.] II-2
mouw mouw: mouw (Lottum) mouw [SGV (1914)] III-1-3