e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schimmel (plantje) schimmel: schummel (Lottum) schimmel (plant) [SGV (1914)] III-4-3
schip schip: schēēp (Lottum) schip [SGV (1914)] III-3-1
schoen: algemeen schoen: schōōn (Lottum) schoen [SGV (1914)] III-1-3
schoenen (mv.) schoenen (mv.): schōōn (Lottum) schoenen (mv.) [SGV (1914)] III-1-3
schokschouderen de schouders optrekken: de schouwers optrèkke (Lottum) schokschouderen [SGV (1914)] III-1-2
schommel schommel: schŏŏmmel (Lottum), wipper: wip(p)er (Lottum), wipper (Lottum, ... ) Hoe noemt men het hier afgebeelde kinderspeelgoed, bestaande uit een touw dat, aan een balk of een boom tak gebonden, in een bocht naar beneden hangt, waarin kinderen graag heen en weer zweven? [DC 19 (1951)] || schommel [SGV (1914)] || Schommel. || Soms is in de bocht van het touw een plankje of een bak bevestigd, waarop of waarin het kind zit. Noemt men deze vorm van het speelgoed misschien met een andere naam als de onder a getekende? [DC 19 (1951)] III-3-2
schoolopziener schoolopziender: schoulopzinder (Lottum) schoolopziener [SGV (1914)] III-3-1
schoondochter schoondochter: schondōchter (Lottum) schoondochter [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: schonmooder (Lottum) schoonmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonouders schoonouders: schoënelders (Lottum) schoonouders [DC 05 (1937)] III-2-2