e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lottum

Overzicht

Gevonden: 1965
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kunstmeststrooier kunstmeststrouwer/-strooier: [kunstmest]strǫu̯ǝr (Lottum), machine: mǝsxī.n (Lottum) Bedoeld wordt de machine waarmee kunstmeststoffen gelijkmatig over het land worden verspreid. Voor het (...)-gedeelte van de betrokken varianten hieronder zie men de lemmata kunstmest en stalmest. [N P, 9; N 11A, 65b] I-1
kussensloop kustijk: køstēk (Lottum) kussensloop [SGV (1914)] III-2-1
kwaadspreekster waswijf: waschwief (Lottum) klappei [SGV (1914)] III-1-4
kwaadspreker kwaadspreker: kwoadsprêker (Lottum) kwaadspreker [SGV (1914)] III-1-4
kwaal kwaal: kwaal (Lottum), kwaol (Lottum), kwōl (Lottum) kwaal [DC 02 (1932)] III-1-2
kwabaal en puitaal kwabaal: kwaboal (Lottum) puitaal (kwabaal) [SGV (1914)] III-4-2
kwartel kwartel: kwàrtel (Lottum) kwartel [SGV (1914)] III-4-1
kweek puinen: pø̜i̯nǝ (Lottum), -  puinen (Lottum) Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88] || kweek (Agropyrum repens) [DC 26 (1954)] I-5, III-4-3
kweepeer kwee: kwij (Lottum), kwɛi̯ (Lottum) kwee [SGV (1914)] || kweepeer [SGV (1914)] I-7
kwellen kwellen: kwèlle (Lottum) kwellen [SGV (1914)] III-3-1