e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lozen

Overzicht

Gevonden: 668

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dragen dragen: dragə (Lozen) dragen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
drieklezoor drie-/drijklezoor: driklets˱ūr (Lozen) Driekwart deel van een metselsteen. De term drieklezoor kan volgens Coopman (pag. 34) ook worden gebruikt voor een stuk metselsteen dat de volle breedte maar slechts de helft van de lengte heeft. De drieklezoor wordt daarom ook wel halve steen genoemd. [N 31, 19b; monogr.] II-8
drijftol dop: doͅp (Lozen), kletsdop: klesdoͅp (Lozen), puntje onder de e en de o  ənə kletsdop (Lozen) Een drijftol (bij middel van een zweep gedreven). [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
dringen dringen: dreŋə (Lozen) dringen [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
drop klishout: klishuət (Lozen) drop (kalissie) [ZND B1 (1940sq)] III-2-3
druppel druppel: drəppəl (Lozen) druppel (drop) [ZND A1 (1940sq)] III-4-4
duif (alg.) duif: dūf (Lozen), dŭf (Lozen) Duivinne [ZND B2 (1940sq)] || Een duif. [ZND A2 (1940sq)] III-3-2
duim dook: dūǝk (Lozen), duim: dūəm (Lozen, ... ), her: hɛr (Lozen), steenhaak: stšnhǭk (Lozen) een duim [ZND A2 (1940sq)] || een duim, (duimen) [ZND A2 (1940sq)] || Zie kaart. De in het muurgesteente aangebrachte ijzeren haak voor raam- of deurhengsels. Zie ook afb. 56. In en rond L 289 werd de term her gebruikt voor het metalen scharnierstuk dat aan de deurpost was bevestigd. Het scharnierstuk dat aan de deur vastzat en paste in de her werd 'geheng' ('gǝheŋ') genoemd. Zie voor het woordtype 'toren' ook RhWb viii, k. 1481-1482 s.v. 'Turen': ø̄Türangel, der Stift, um den sich die Tür dreht; auch jener in die Wand geschlagene Eisenhakenø̄, en voor het woordtype 'tordel' ook Limburgs Idioticon, pag. 252, s.v. 'teulder', den, ø̄har, lat. cardo. Geh. Maeskant.ø̄ [N 32, 13a; N 54, 81b-81e; monogr.] II-9, III-1-1
duimhengsel geheng: gǝheŋ (Lozen) Hengsel waarvan de veer draait op een in de muur of op het kozijn aangebrachte, oogvormig uitlopende, metalen pin. Zie ook het lemma 'Hengselduim'. [N 54, 80a; monogr.] II-9
duivel duivel: dyvəl (Lozen) Een duivel. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3