e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lozen

Overzicht

Gevonden: 668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halve frank halve frank: ən halvə fraŋ (Lozen) dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)] III-3-1
ham, hesp hesp: achterste  heͅsp (Lozen), schonk: achterste  šuəŋk (Lozen), voorhesp: achterste  vøͅrheͅsp (Lozen) hesp (onderscheid tussen voorste en achterste) [ZND B2 (1940sq)] III-2-3
hand hand: hant (Lozen) een hand [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
handhei heiblok: hęjblǫk (Lozen) Handgereedschap om palen in de grond te slaan. Het bestaat uit een zwaar houten blok waaraan verschillende handvatten zijn aangebracht. Zie ook afb. 26. [N 31, 5b; monogr.] II-9
handig handig: heŋjex (Lozen) vaardig [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
handlanger dien(d)er: dēnǝr (Lozen), maneuver: manyǝvǝr (Lozen), metserdien(d)er: mętsǝrdēnǝr (Lozen) Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld] II-9
handschoen haas: haus (Lozen, ... ), pij: pīj (Lozen) handschoen, twee handschoenen [ZND B1 (1940sq)] III-1-3
handvol handvol: hampəl (Lozen, ... ) handvol (haffel, grap, grop) [ZND B1 (1940sq)] III-4-4
hangende muur vliegen: vlēgǝ (Lozen) Muur die naar buiten overhelt. Wanneer zo'n muur in Q 19 met behulp van het schietlood werd gecontroleerd, zei men: 'het lood hangt vrij' ('ǝt lwǫat heŋk ˲vrij'). [N 31, 11a; N 31, 11c; monogr.] II-9
hangende steiger hangsteiger: háŋ[steiger] (Lozen) Steiger bestaande uit winkelhaakvormige ramen die met behulp van touwen of haken aan het dak zijn vastgemaakt. De ramen rusten tegen de muur van het bouwwerk en dragen de planken waarop de metselaar staat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden en woorddelen '(steiger)' en '(stelling)' hetlemma 'Steiger'. [N 32, 8a] II-9