e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lozen

Overzicht

Gevonden: 668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wensen (niet in wbd 1.4) wensen: wenšə (Lozen) wensen [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
werk (zn.) werk: wēͅərək (Lozen) een werk [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
werken werken: wēͅrkə (Lozen) werken [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
wervelwind houwmouw: hūjmoŭw (Lozen), wervelwind: wərvəlwindj (Lozen) wervelwind [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
wieden, algemeen geden: gē̜i̯ǝ (Lozen), plukken: pløkǝ (Lozen) Onkruid bestrijden in het algemeen, ongeacht de manier waarop of het gereedschap waarmee dat gebeurt. Vergelijk ook de meer specifieke handelingen in de andere lemmaɛs van deze paragraaf. De benamingen voor het object onkruid, dat in de woordtypen tussen haken is geplaatst, vindt men in het lemma Onkruid, Algemeen. [N 15, 2; N Q, 11b; JG 1a, 1b, 2c; A 47, 11b; L B2, 272; L 8, 92; S 43, Wi 39; monogr.; add. uit N 18, 8b; A 39, 1b] I-5
wig spie/spij: spi (Lozen) Houten wig die soms achter de touwen wordt gedreven om de verbinding te verstevigen. Zie ook afb. 19. [N 32, 5d; monogr.] II-9
wijden wijden: wijə (Lozen) Wijden. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
wild verband wild verband: welt ˲vǝrbãnt (Lozen) Metselverband waarbij strekken en koppen zich in een laag op onregelmatige wijze afwisselen. Het wild verband werd na de oorlog veel gebruikt in verband met de toen heersende schaarste aan materiaal (Westra, pag. 21). De term wild verband wordt ook gebruikt voor decoratief metselwerk waarbij verschillende steensoorten onregelmatig door elkaar worden gerangschikt. [N 31, 24f; N 31, 26] II-9
wind scheet: šiət (Lozen) een scheet [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
wind (alg.) wind: wēŋtj (Lozen) wind [ZND A1 (1940sq)] III-4-4