19729 |
bezemsteel |
steel:
stēl (P051p Lummen)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
21509 |
bezoeken |
bezoeken:
bezike (P051p Lummen),
bəzøkə (P051p Lummen)
|
Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)]
III-3-1
|
17996 |
bibberen |
beven:
bē.və (P051p Lummen),
bēvə (P051p Lummen),
bibberen:
bəbbərə (P051p Lummen),
rijderen:
rere (P051p Lummen)
|
beven, bibberen [ZND 21 (1936)], [ZND m]
III-1-2
|
23200 |
bidden |
beden:
bī.ən (P051p Lummen),
gə mŏut beijə (P051p Lummen)
|
Bidden. [ZND 01 (1922)] || Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|
23201 |
biechten (gaan) |
te biechte gaan:
veijə gōun tə bechtə (P051p Lummen)
|
We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)]
III-3-3
|
21270 |
bieden |
bieden:
be.jə (P051p Lummen),
beͅ[i}jə (P051p Lummen)
|
bieden [RND], [ZND 21 (1936)]
III-3-1
|
20830 |
bier |
bier:
bééjr (P051p Lummen),
verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) ook ZND 22 vr. 27a
bēͅjər (P051p Lummen)
|
bier [RND], [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
34238 |
biestmelk |
biestmelk:
bɛsmɛ.lǝk (P051p Lummen)
|
De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.]
I-11
|
33251 |
bietenkopper |
krotenkopper:
krutǝkǫpǝr (P051p Lummen)
|
Schoffelvormig stuk gereedschap gebruikt om loof van bieten af te steken, soms als deze nog in de grond staan, soms ook als ze al gerooid zijn. In de volgende plaatsen wordt opgemerkt dat voor dit afsteken de schup of de spade wordt gebruikt: L 163, 163a, 164, 165, 215, 266, 324, 329, 371a, 383, 416, 429a, Q 14, 94b, 101, 111 en 198b. Als er sprake is van een kapmes is de opgave in het lemma Bietenkapmes ondergebracht. [N 18, 54; monogr.; add. uit N 12, 47]
I-5
|
33249 |
bietenloof, bladerkroon |
bietenkruid:
biǝtǝkroǝt (P051p Lummen)
|
De bladeren van de bietenplant. [N 12, 46; L 30, 34b; monogr.; add. uit N 12, 48]
I-5
|