e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lummen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pekelkuip spekton: spɛktǫn (Lummen) De houten kuip waarin men het gezouten vlees en spek bewaart. [N 28, 110; monogr.] II-1
penbalk pinbalk: penbalǝk (Lummen), pinbalk (Lummen), steunbalk: steunbalk (Lummen) De zware balk waar de pensteen op rust. Zie ook afb. 48. [N O, 29b; N O, 45c; A 42A, 89; A 42A, 17; monogr.] II-3
penwortel van een den dennenwortel: dęnǝwǫtǝl (Lummen), pin: pen (Lummen), pinwortel: pinwǫtǝl (Lummen) De penvormige wortel van een dennenboom. [N 27, 9b] I-8
persen apprehensie maken: apprehensie maken (Lummen), werken: werken (Lummen) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] I-11
persoon met een lastig karakter geen gemakkelijke: das giene gemekkeleke (Lummen) Hij is niet gemakkelijk, ... niet mak (een lastig karakter). [ZND 38 (1942)] III-1-4
perzik peersel: pī.səl (Lummen), pīsəl (Lummen) [ZND 05 (1924)]perzik [ZND 05 (1924)] I-7
perzikkruid reutsel: rø̄tsǝl (Lummen) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
pet met brede klep loerklak: louərklak (Lummen) pet met brede klep [loerklak] [N 25 (1964)] III-1-3
pet met opstaand bovenstuk kepie: kəpī (Lummen), klepklak: klypklak (Lummen) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)] III-1-3
pet: algemeen klak: klak (Lummen, ... ) pet (hoofdbedekking voor mannen) - zijn er verschillende benamingen? [ZND 16 (1934)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] || pet, muts, klak [RND] III-1-3