e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lummen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pofmouw pofmouw: pofmouw (Lummen) pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] III-1-3
politie police (fr.): də pəlis heet h’m gepakt (Lummen) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] III-3-1
pollepel soeplepel: soͅplēpəl (Lummen) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
polsmof mofje: müfkes (Lummen) polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)] III-1-3
pommelee, appelschimmel pommelee: pumǝ`lē̜ (Lummen) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9
pompen pompen: pōmpǝ (Lummen) Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.] II-1
pompon van een muts floche (fr.): floͅš (Lummen), flysh (Lummen) pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] III-1-3
ponder ponder: om kleine gewichten te meten (tot ca. 15 kg), meestal gebruikt door voddenopkopers  pønnər (Lummen) Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
poort poort: pō.rt (Lummen), pōrt (Lummen) Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s] I-6
poot poot: put (Lummen  [(mv pytǝ)]  ) Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b] I-9