22687 |
prent(je) |
beeld(je):
schu belləkə (P051p Lummen)
|
Een schoon beeldeken (Fr. image). [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
21649 |
priem? (wbd) |
priem:
ps. omgespeld volgens Frings.
prim (P051p Lummen)
|
bedrag dat uitbetaald wordt aan degene die bij de eerste verkoping, i.v.m. de openbare verkoping van huizen e.d. [vgl. vraag 15a] het hoogste bod heeft gedaan [trekgeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
29943 |
priemen |
priemen:
prɛjmǝ (P051p Lummen)
|
De twee pennen aan de uiteinden van het metselkoord waarmee het tijdens het metselen wordt vastzet. De priemen worden ook gebruikt om het koord na gebruik op op te rollen. Zie ook afb. 4. Volgens de invuller uit Q 121c worden thans met de toepassing van profielen geen priemen meer gebruikt. In P 176 noemde men het spannen van het metselkoord met behulp van de priemen: 'de koord opsteken' ('dǝ kōt˱ ǫpstēkǝ'). In L 291 gebruikte men geen priemen, maar zette men het metselkoord met behulp van vierduimse spijkers vast. [N 30, 14b; monogr.]
II-9
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
prais (P051p Lummen),
pri:s (P051p Lummen)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
33740 |
prikkeldraad |
pinnetjesdraad:
penǝkǝsdrut (P051p Lummen)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
22356 |
priktol |
dop:
dop (P051p Lummen),
doͅp (P051p Lummen)
|
Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
plaum (P051p Lummen, ...
P051p Lummen),
pløͅjm (P051p Lummen)
|
pluim [ZND m] || pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
22310 |
proppenschieter |
klots:
klots (P051p Lummen, ...
P051p Lummen),
/
klots (P051p Lummen),
klotsenhout:
klotsenhoot (P051p Lummen)
|
/ [SND (2006)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)]
III-3-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
schap:
sxāp (P051p Lummen),
schapraai:
sxaprāi̯ (P051p Lummen)
|
voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)]
III-2-1
|
20911 |
pruim |
pruim:
praum (P051p Lummen)
|
[ZND 34 (1940)]
I-7
|