e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Lummen

Overzicht

Gevonden: 3016
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gevak vitsvenster: vets˲venstǝr (Lummen) Het open vak dat ontstaat wanneer de horizontale en verticale balken aan elkaar bevestigd worden. In het gevak wordt het vlechtwerk of het metselwerk aangebracht. [N 4A, 52e; monogr.] II-9
gevangenis gevang: gəvaŋ (Lummen) gevangenis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gevel gevel: gīəvəl (Lummen) een schoone gevel [ZND 35 (1941)] III-2-1
gevoelig (zijn) gevoelig: gəvø͂ͅleg (Lummen) mijn hand is nog gevoelig (b.v. op de plaats waar ik mij vroeger verbrand heb) [ZND 24 (1937)] III-1-1
gevoelloos (zijn) ongevoelig: ongəvø͂ͅleg (Lummen) in die vinger heb ik geen gevoel; hij is helemaal ... [ZND 24 (1937)] III-1-1
gewelf gewelf: gǝwø̜lǝf (Lummen) Gebogen vlak, samengesteld uit bakstenen, dat de overdekking vormt van een ruimte die wordt omsloten door muren of pijlers. Zie ook de lemmata 'Troggewelf' en 'Tongewelf'. [S 10; L 1 a-m; L 24, 12; N 79, 18; monogr.] II-9
gewone spurrie spurrie: spø̜rǝ (Lummen) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5
gewricht gewricht: gəvrecht (Lummen) hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)] III-1-1
gezicht gezicht: flo gəzecht (Lummen) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] III-1-1
gezicht (spotnamen) muil: maul (Lummen) muil [ZND m] III-1-1