e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grondwater grondwater: grondjwaater (Lutterade), grondjwater (Lutterade) grondwater, water dat zich in de grond bevindt oa doordat regenwater door de losse bovengrond tot op een harde laag zakt [zakwater, kwelm] [N 81 (1980)] III-4-4
groot in zijn soort bonk: bonk (Lutterade) iets dat groot is in zijn soort [kardoffel, karbonkel, bonker, bommel, klepper, sjaorel] [N 91 (1982)] III-4-4
grootmoeder bestemoeder: bèstemooder (Lutterade) grootmoeder [SGV (1914)] III-2-2
grootte grootte: grēūitte (Lutterade) grootte [SGV (1914)] III-4-4
grootwerk groot werk: groǝt wɛrk (Lutterade) Het werk dat bestaat in het maken van grote kledingstukken zoals colberts en winterjassen. [N 59, 194b] II-7
grote binnenzak notaristas: notaristesj (Lutterade) een grote binnenzak onder in de jas,(notariszak, notaristes?) [N 59 (1973)] III-1-3
grote deuren van de schaapsstal poorten: (enk)  poǝrt (Lutterade) [N 78, 29] I-12
grote duiventeek duiventeek: doeveteek (Lutterade) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: grote duiveteek of mijtteek: zuigen bloed s nachts bij broedende vogels. Larven als rode speldeknoppen onder de vleugels en in de hals. [N 93 (1983)] III-3-2
grote hoeveelheid, hoop berm: berm (Lutterade), hoop: oup (Lutterade), hopen (mv.): uip (Lutterade) een grote hoeveelheid [bezie, hoop, pook, tas, klamp, kluts, krooi, berm, kluft, bres, meuk, del] [N 91 (1982)] || hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
grote knikker marvel: (= een grote knikker).  eine marvel (Lutterade) benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] III-3-2