e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
iemand zijn gang laten gaan laten begaan: Opm. eigenlijke vertaling hiervan: laten betijen.  loate begoan (Lutterade) betijen [SGV (1914)] III-1-4
iemands overlijden aanzeggen naburen verzoeken: noabere verzeuke (Lutterade), op de begrafenis noden: op de befrafenis neuae (Lutterade) buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [bidden, in de rouw verzoeken] [N 87 (1981)] || ter begrafenis noden, "ter lijk noden"[tser liech róffe] [N 96D (1989)] III-2-2
iets in acht nemen in acht nemen: in ach numme (Lutterade) zorg dragen voor, in acht nemen [waren] [N 85 (1981)] III-1-4
ijlen ijlen: iele (Lutterade) Ijlen: door koorts verward, onsamenhangend spreken (ijlen, bazelen, razen, raaskallen, delireren). [N 84 (1981)] III-1-2
ijsheiligen ijsheiligen: iesheilige (Lutterade) 12-14 mei, de ijsheiligen [ieshillieje]. [N 96C (1989)] III-3-3
ijspegel ijspegel: īēspeegele (mv.) (Lutterade) ijspegels aan het dak of aan de vensterbanken [ijskeekels, -pinnen, -kikkels, kakels] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzel, bevroren neerslag ijzel: īēsel (Lutterade) ijzel, onderkoelde regen waarvan de straten spiegelglad worden [heezel, hijzel] [N 22 (1963)] III-4-4
ijzelen ijzelen: iĕzele (Lutterade), īēselen (Lutterade) ijzelen [N 22 (1963)], [SGV (1914)] III-4-4
ijzen schuiveren: sjoevere (Lutterade) vervuld worden van afgrijzen, iets heel erg afschuwelijk vinden [ijzen, schruwen, grijzelen, grillen] [N 85 (1981)] III-1-4
ijzeren gaffel, oogstgaffel gaffel: gafǝl (Lutterade), hooigaffel: [hooi]gafǝl (Lutterade) Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.] I-3