e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
puimsteen zwamsteen: zwamštęjn (Lutterade) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9
pullover trui: trui (Lutterade) pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)] III-1-3
punaise punaise (fr.): punaise (Lutterade) een klein metalen stiftje met grote platte kop voor het vastzetten van tekeningen etc. [tetske, punaise] [N 90 (1982)] III-3-1
pungel kuilpungel: kulpøŋǝl (Lutterade  [(Maurits)]   [Emma]) De tas of samengeknoopte handdoek waarin de mijnwerker zijn spullen naar de mijn meeneemt. Volgens een informant van Q 121 vormen een broek, jasje, hemd, sokken, halsdoek en stukje klokzeep, samengebonden in een blauw geruite handdoek, de pungel. De "sneebors" uit K 361 is een speciale broodzak, een tas die alleen voor boterhammen wordt gebruikt. [N 95, 69; monogr.; Vwo 124; Vwo 579] II-5
punt, stip punt: puntj (Lutterade), tikje: tikske (Lutterade) een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] || punt [SGV (1914)] III-4-4
purper, paarsrood violet: flet (Lutterade) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4
quatertemperdag quatertemper (<lat.): kwatertemper (Lutterade) De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)] III-3-3
raad raad: road (Lutterade) raad [SGV (1914)] III-1-4
raapzaad stekzaad: stɛkzǭt (Lutterade) Brassica rapa L. subsp. oleifera. Naam voor het gewas en voor het zaad. Zoals koolzaad is ook raapzaad een koolsoort die alleen om het oliehoudend zaad wordt geteeld. De knolraap is de vrucht van dezelfde soort die omwille van de knol wordt verbouwd; vergelijk ook het lemma Knolraap. I-5
raar, vreemd vreemd: vrêm (Lutterade) 01; vreemd [SGV (1914)] III-1-4