e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwelijke kat kat: kat (Lutterade), vrouwtje: WBD/WLD  vruiwke (Lutterade) Hoe noemt u een vrouwelijke kat (moederkat, kattin, poes) [N 83 (1981)] III-2-1
vrouwelijke kip hoen: ōn (Lutterade) De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12
vrouwelijke kwartel kwartelwijfje: kwartelwifke (Lutterade) het wijfje van de kwartel (zij) [N 83 (1981)] III-4-1
vrouwenkant vrouwluikant: de vrouwluujkantj (Lutterade), vrouwluukanjt (Lutterade) De rechterhelft van de kerk, het gedeelte rechts van het middenpad, dat bestemd was voor de vrouwen [epistelkant, vrouwenkant, vrouwliekant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
vrouwziek heet: heit (Lutterade), loops: luipsj (Lutterade), warm: wèrm (Lutterade) vrouwziek [keeterig] [N 10C (zj)] III-2-2
vrucht zetten aanzetten: good aagezat (Lutterade), dragen: WBD/WLD  dea boum dreug (Lutterade), draage (Lutterade) Vruchten vormen, vrucht zetten (spenen, laden). [N 82 (1981)] III-4-3
vruchtbare grond vette grond: vɛtǝ gronjtj (Lutterade) Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8
vuil in sloten zomp: zomp (Lutterade) vuil, stro of zeewier in sloten of tegen dijken [geffeling, eek, vlot, lies, drift, geffel, gaf, bras, reek, deek] [N 81 (1980)] III-4-4
vuil waterx zompwater: zompwater (Lutterade) vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)] III-4-4
vulschop uiteinde: ūtenj (Lutterade  [(Maurits)]   [Winterslag, Waterschei]) Beweegbaar mondstuk aan het uiteinde van de blaasbuis waarmee men het uitgeblazen opvulmateriaal van richting kan laten veranderen. [N 95, 560; monogr.] II-5