e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

Gevonden: 4058
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
engelbewaarder engelbewaarder: èngelbewaarder (Lutterade) Een beschermengel, bewaarengel, engelbewaarder, schutsengel. [N 96D (1989)] III-3-3
engelenmis engelenmis: engelemis (Lutterade) Een Engelenmis, een lijkdienst voor een kind dat jonger is dan zeven jaar en de eerste H. Communie nog niet heeft gedaan. [N 96D (1989)] III-3-3
engelse sleutel engelse sleutel: ęŋǝlšǝ šlø̄tǝl (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]) Schroefsleutel die wijder en nauwer gesteld kan worden naar gelang de grootte van de moeren. [N 95, 759] II-5
enig kind enigst kind: enigskendj (Lutterade) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] III-2-2
enkel enkel: ĕnkel (Lutterade) enkel [SGV (1914)] III-1-1
enten gruffelen: gruffele (Lutterade) [SGV (1914)] I-7
envelop envelop (<fr.): envellope (Lutterade), envelop (Lutterade), omslag: Opm. is verouderde benaming.  ŏmsjlaag (Lutterade) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epistel epistel (<lat.): d`n epistel (Lutterade) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
er wordt geschoten (het) brandt: ǝt brɛnt (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]), daar werdt geschoten: doa wørt gǝšoatǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Domaniale]) Waarschuwende uitroep vóór het ontsteken van een schietlading. [N 95, 425; monogr.] II-5
ereboog boog: boag (Lutterade), ereboog: eare boag (Lutterade), triomfboog: triomf boag (Lutterade) De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)] III-3-2